Radiotherapie, straling en veiligheid

Veel mensen kennen het woord ‘bestraling’. Maar niet iedereen weet wat het precies inhoudt en hoe het werkt. Er bestaan bovendien nog al wat misverstanden over straling en de veiligheid ervan. Daarom leggen we graag het een en ander uit.

Radiotherapie, wat is dat?

Radiotherapie, wat is dat?

Radiotherapie is uitwendige behandeling met behulp van straling. Daarom wordt radiotherapie ook wel bestraling genoemd. De straling maakt kankercellen kapot zodat ze niet verder kunnen groeien en zich niet meer kunnen verspreiden. Het lichaam ruimt de kapotte kankercellen zelf op.

Bestraling is een plaatselijke behandeling. Dat betekent dat de straling alleen effect heeft in het gebied waar de stralenbundels terecht komen. Kankercellen zijn gevoeliger voor straling dan gewone, gezonde cellen. Toch kunnen gezonde cellen ook beschadigd raken door straling. Daarom wordt voor elke patiënt een persoonlijk bestralingsplan gemaakt, zodat de stralenbundels de kankercellen zo goed mogelijk raken en de gezonde cellen en organen zo weinig mogelijk.

Straling, wat is dat?

Straling, wat is dat?

Straling is een stroom van deeltjes of energiepakketjes. Elektronen, protonen en neutronen zijn voorbeelden van deeltjes. De energiepakketjes noemen we fotonen. Overal om ons heen is straling, in verschillende vormen. Denk bijvoorbeeld aan radiogolven (radio), microgolven (magnetron), zonlicht, infraroodlicht en röntgenstraling. Deze voorbeelden zijn stralingssoorten die bestaan uit fotonen. Ze maken deel uit van het zogenaamde elektromagnetisch spectrum.

Röntgenstralen zijn onzichtbare stralen waarmee röntgenfoto's worden gemaakt. Dezelfde soort straling wordt gebruikt bij radiotherapie, alleen is de energie van die straling veel hoger dan die van röntgenstraling. Daarmee is deze soort straling geschikt voor de behandeling van kanker.

Straling, hoe ontstaat het?

Straling, hoe ontstaat het?

Het elektrische apparaat dat de radiotherapie-straling maakt, wordt ook wel versneller genoemd. Het apparaat zorgt ervoor dat elektronen (deeltjes) zo'n grote snelheid krijgen dat ze als stralingsbundel op tumoren kunnen worden gericht. Elektronen geven hun energie vanaf de huid direct af aan het lichaam. Daarom wordt elektronenstraling vooral gebruikt voor oppervlakkige tumoren. Elektronen zijn niet in staat om hun energie af te geven aan tumoren die dieper in het lichaam liggen. 

Om dieperliggende tumoren te bereiken worden elektronen (deeltjes) omgezet in fotonen (energiepakketjes). Dit gebeurt door de elektronen te laten botsen op een metalen plaat die aan het einde van de versnellerpijp zit. Fotonen kunnen hun energie diep in het lichaam afgeven en op die manier kankercellen vernietigen.

Bestraling, hoe veilig is dat?

Bestraling, hoe veilig is dat?

Bestraling is een zeer veilige behandelvorm. De versneller, ofwel het bestralingstoestel, werkt namelijk net als een lamp of magnetron: staat het apparaat aan, dan is er licht of straling; staat het apparaat uit, dan is er geen licht of straling. Patiënten worden niet radioactief door bestraling. Na de bestraling blijft er dus geen straling achter in het lichaam. Er komt ook geen straling vrij via zweet, urine, ontlasting, sperma of ander lichaamsvocht. Er is dus geen gevaar voor de omgeving van de patiënt.

Hoewel radiotherapie niets te maken heeft met kernenergie, moeten radiotherapeutische instituten als het ZRTI wel voldoen aan de kernenergiewet en een milieuvergunning hebben. Het ZRTI heeft aangetoond dat de omgeving geen straling krijgt door de behandelingen die het ZRTI biedt. Rondom de bestralingsruimte staat immers een betonnen muur, anderhalf tot tweeënhalve meter dik, die de straling tegenhoudt. Daarom heeft het ZRTI de ‘kernenergie-vergunning’ van de overheid gekregen.