Bestraling is een zeer veilige behandelvorm. De versneller, ofwel het bestralingstoestel, werkt namelijk net als een lamp of magnetron: staat het apparaat aan, dan is er licht of straling; staat het apparaat uit, dan is er geen licht of straling. Patiënten worden niet radioactief door bestraling. Na de bestraling blijft er dus geen straling achter in het lichaam. Er komt ook geen straling vrij via zweet, urine, ontlasting, sperma of ander lichaamsvocht. Er is dus geen gevaar voor de omgeving van de patiënt.
Hoewel radiotherapie niets te maken heeft met kernenergie, moeten radiotherapeutische instituten als het ZRTI wel voldoen aan de kernenergiewet en een milieuvergunning hebben. Het ZRTI heeft aangetoond dat de omgeving geen straling krijgt door de behandelingen die het ZRTI biedt. Rondom de bestralingsruimte staat immers een betonnen muur, anderhalf tot tweeënhalve meter dik, die de straling tegenhoudt. Daarom heeft het ZRTI de ‘kernenergie-vergunning’ van de overheid gekregen.