Geschiedenis van het ZRTI

Röntgenstraling wordt in Zeeland sinds begin vorige eeuw toegepast om patiënten te behandelen. Aanvankelijk vooral bij tuberculeuze en reumatische aandoeningen, later ook steeds meer bij kwaadaardige ziekten. Maar wat is precies de geschiedenis van de radiotherapie in Zeeland en hoe is het ZRTI ontstaan? U leest het op deze pagina.

De prehistorie

Al in 1923 is er sprake van een “radiotherapeutisch instituut”, gevestigd in het Gasthuis in Middelburg. Naast hoogtezon en diathermie beschikt men hier over een hoeveelheid radium om oppervlakkige tumoren te behandelen.

Om te komen tot een betere organisatie van de oncologische zorg wordt in 1955, in samenwerking met het Rotterdams Radio-Therapeutisch Instituut (RRTI), een officieel erkend subcentrum voor de kankerbestrijding in Zeeland opgericht. Omwille van de bestaande infrastructuur en de aanwezige specialisten wordt het ondergebracht in het Gasthuis in Middelburg. Het subcentrum heeft de beschikking over 200 mg radium en een tweetal röntgen-contact apparaten. Men spreekt de verwachting uit dat door dit initiatief “patiënten slechts bij uitzondering nog naar Rotterdam moeten reizen voor behandeling”.

In datzelfde jaar worden echter de eerste Cobalt-machines in Amsterdam en Rotterdam geplaatst. Met het hogere doordringende vermogen (megavolt-therapie) kunnen nu ook dieper gelegen tumoren bestraald worden. Patiënten, die hiervoor in aanmerking komen, moeten dus toch weer buiten de provincie behandeld worden.

Het begin

In 1969 nemen chirurg W.A. Bax en patholoog-anatoom H.T. Planteydt het initiatief om bestralingstherapie naar Zeeland te krijgen. Hun inspanningen resulteren in 1975 mede in de “Nota Megavolttherapie”, en in 1976 in de stichting Zeeuws Radio-Therapeutisch Instituut (in oprichting). Het jaar daarna geeft de staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne groen licht voor de vestiging van een radiotherapeutisch instituut in Zeeland. Voor de vestigingsplaats zijn er dan twee gemeenten in de markt: Goes en Vlissingen.Het ziekenhuis in Goes wil echter liever een andere topklinische functie binnenhalen, te weten de nierdialyse. Vlissingen heeft daarnaast een troefkaart in de strijd om de radiotherapie: het heeft al een bunker.

Hospitaalbunker
Op het terrein van het Bethesda St. Joseph Ziekenhuis in Vlissingen is in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers een hospitaalbunker (type 118c, 1943) gebouwd. In de 50-er jaren is er aan de zijde van de Hogeweg een stuk aangebouwd ten behoeve van een commandopost van de B.B. (Bescherming Bevolking). Na het afnemen van de spanningen tussen Oost en West wordt de organisatie B.B. opgeheven en staat de bunker leeg. In 1979 wordt een deel van de bunker afgebroken, in februari 1980 start de bouw van het nieuwe bestralingscentrum.

Het Bethesda St. Joseph Ziekenhuis, het RRTI en de Vereniging Bethesda worden gezamenlijk juridisch eigenaar van het nieuwe ZRTI. Voorzitter van het bestuur van de stichting ZRTI is Ir. J.A.M. Schoonderwoerd. Op 10 april 1981 vindt in de Johanneskerk de officiële opening van het Zeeuws Radio-Therapeutisch Instituut plaats door de staatsecretaris van Volksgezondheid, mevrouw E. Veder-Smit. In diezelfde maand worden de eerste patiënten behandeld.

Versneller
Het ZRTI beschikt in de beginjaren over één lineaire versneller, een Varian 4-80 (“Magenta” genoemd), en een orthovolt apparaat, overgenomen van het Bethesda Ziekenhuis. Er zijn drie medewerkers in dienst, onder leiding van Theo Dekkers als hoofdlaborant. Vanuit Rotterdam komt Prof. Dr. B. van der Werf-Messing éénmaal per week naar Vlissingen voor een spreekuur en om de bestralingsseries af te spreken.

Naar een volwaardig instituut

In 1988 is, met 600 behandelseries in circa 8000 zittingen, de maximale capaciteit van dat ene toestel wel bereikt. En hoewel de bestralingen in Zeeland plaats kunnen vinden, moeten de patiënten voor de voorbereidingen naar Rotterdam. Ook de medische- en fysische ondersteuning wordt nog steeds geleverd vanuit de Daniel den Hoedkliniek. In het besef dat deze situatie op termijn niet houdbaar is wordt een vergunning aangevraagd voor een tweede lineaire versneller, een simulator, een planningssysteem, een faciliteit voor moulage en de daaraan gerelateerde uitbreiding van het gebouw. In 1990 volgt hierop een positief advies van het College bouw voor Ziekenhuisvoorzieningen.

Volledig zelfstandig
In juli 1989 wordt Hans Tabak als voltijds radiotherapeut aangesteld, in april 1990 volgt Michel Dielwart als tweede radiotherapeut. In 1991 wordt de simulator geïnstalleerd, in februari 1992 start de (ver)nieuwbouw. In juni 1992 tenslotte wordt Nico van Bree als klinisch fysicus aangenomen. Op 8 oktober 1993 vindt de opening van het vernieuwde en uitgebreide ZRTI plaats. Om de patiënten uit Zeeuws-Vlaanderen de tijdrovende oversteek van de Westerschelde te besparen wordt het jaar daarop een buitenpolikliniek in ziekenhuis De Honte in Terneuzen gestart. Dit spreekuur sluit aan op de multidisciplinaire oncologiebespreking aldaar.


De statuten worden gewijzigd, waarmee het “raad van toezicht-model” van toepassing wordt. In 1997 worden de dienstverbanden van het Ziekenhuis Walcheren naar de eigen stichting overgebracht. Hiermee is het ZRTI volledig zelfstandig geworden.

De blik naar buiten

Het aantal patiënten, dat in aanmerking komt voor radiotherapie, neemt in die jaren snel toe. Deze trend resulteert in een landelijk tekort aan bestralingscapaciteit en oplopende wachttijden. In 2000 komt op initiatief van minister Borst van VWS het Masterplan Radiotherapie tot stand. In 2001 wordt door het ZRTI in dit kader uitbreiding met een 3e en 4e bunker inclusief bijbehorende apparatuur en medewerkers aangevraagd. Nadat toestemming is verkregen worden de plannen uitgewerkt. Deze zijn behoorlijk ambitieus: nieuwbouw op het voorterrein van het ziekenhuis, een verdubbeling van de inhoud van het gebouw en een verdubbeling van het aantal medewerkers (van 35 naar 60). Kosten: 10 miljoen. Ook logistiek een lastige operatie, want de patiëntenzorg moet uiteraard doorgaan. In 2004 wordt het vernieuwde gebouw in gebruik genomen.

Buitenpolikliniek
Met de overname van het IKR-consulentschap radiotherapie in het Lievensberg Ziekenhuis in Bergen op Zoom, in 2005, wordt de blik ook meer naar buiten gericht. De samenwerking verloopt prettig, wat resulteert in de start van een buitenpolikliniek aldaar. Als gevolg hiervan neemt het aantal verwezen patiënten vanuit West-Brabant duidelijk toe.
In verband met capaciteitsproblemen in Rotterdam worden vanaf 2010 ook steeds meer patiënten vanuit het van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland naar Vlissingen verwezen. De prettige samenwerking resulteert in december van dat jaar in de start van een buitenpolikliniek in Dirksland.

Een volwassen organisatie
In alle opzichten ontwikkelt het ZRTI zich in die periode steeds meer tot een volwassen organisatie. Tot 2008 worden raad van bestuur en raad van toezicht nog gedeeld met het Ziekenhuis Walcheren. In dat jaar wordt er een eigen raad van toezicht voor het ZRTI aangesteld, die vervolgens een eigen bestuurder benoemt.
In de oncologie worden in de jaren daarna steeds meer kwantitatieve normen gesteld. Vanuit dat besef is het voor het ZRTI belangrijk om de patiënten uit West-Brabant zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, teneinde aan de getalsnormen te kunnen (blijven) voldoen. In 2013 krijgen het Lievensberg Ziekenhuis in Bergen op Zoom en het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal toestemming om te fuseren. Oncologie is een belangrijk speerpunt voor het nieuwe fusieziekenhuis, waarbij de directie van het standpunt uitgaat dat goede oncologische zorg niet compleet is zonder radiotherapie in huis.

Locatie Roosendaal
Dit alles maakt dat het ZRTI in 2014 een belangrijke stap neemt: er wordt een nevenvestiging in Roosendaal geopend, uitgerust met twee lineaire versnellers en een eigen CT-simulator. De naam van de stichting wordt in de statuten aangepast naar “Zuidwest Radiotherapeutisch Instituut”, zodat de afkorting ZRTI ongewijzigd kan blijven. Het Bravis Ziekenhuis bouwt pal naast het ZRTI in Roosendaal een nieuw oncologiecentrum. De samenwerking is succesvol, waardoor nu bijna 45% van alle patiënten van het ZRTI in Roosendaal behandeld worden.

In 2021, 40 jaar na de oprichting, telt het ZRTI bijna 100 medewerkers, die op de beide locaties zorg dragen voor de behandeling van circa 2000 nieuwe patiënten per jaar.