Wereldkankerdag: Elly kreeg borstkanker

Ieder uur krijgen in Nederland tien mensen de diagnose kanker. Een boodschap die je wereld op z’n kop zet. Elly Boone-de Wild was vorig jaar één van hen en vertelt hoe zij haar operatie en de bestralingen heeft ervaren.

In mei merkte Elly (74) uit Kats dat haar tepel er iets anders uitzag. “Toch heb ik toen nog twee maanden gewacht voordat ik tijdens een algehele check-up bij de doktersassistente in juli vroeg of ze daar ook even naar wilde kijken. Dat mocht ze niet, maar ik kon dezelfde dag nog naar de huisarts. Die vertrouwde het niet en stuurde me door naar het ziekenhuis in Vlissingen. Vanaf dat moment ging het snel en kreeg ik binnen een paar dagen de diagnose borstkanker.”

Nuchter

Elly had na een eerste, pijnlijke ervaring nooit meer meegedaan aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. “Want mij zou dat toch niet overkomen, dacht ik. En toen het me uiteindelijk toch gebeurde, voelde het alsof het niet over mezelf ging, alsof het iemand anders overkwam. Ik heb me eerlijk gezegd ook geen seconde zorgen gemaakt. Als je kanker hebt in bijvoorbeeld je lever, dan ben je ver van huis. Maar met één borst kun je ook leven, dacht ik. Ik was daar heel nuchter in. Dat past totaal niet bij mij, want ik ben normaal gesproken iemand die het leven zwaar in kan zien. Dat had ik nu helemaal niet. Zelfs de operatie, die al binnen twee weken plaatsvond, heb ik als iets leuks ervaren. Er lag namelijk een oude dorpsgenoot bij me op de kamer, dus we hebben veel herinneringen opgehaald. Ik had ook eigenlijk nergens last van, op wat moeheid na. Wat me echt geholpen heeft, is al het medeleven dat ik kreeg. Al die kaartjes, telefoontjes en bezoek vond ik heel bijzonder.”

Bestralingen

Wat Elly wel wat tegenviel, was dat ze bij de eerste controle te horen kreeg dat ze ook nog vijftien keer bestraald zou moeten worden. “Ik dacht: het is allemaal zo goed verlopen, ik ben geopereerd, er is een tumor van vier centimeter verwijderd, nu ben ik er klaar mee. Maar ook toen zette ik vrij snel de knop om. Want er zijn ook mensen die chemokuren krijgen en daar heel ziek van worden. Deze bestralingen konden tenminste dichtbij huis in Vlissingen plaatsvinden, ik hoefde niet helemaal naar Rotterdam of nog verder.”

Geen patiënt

Elly had eigenlijk nog nooit van het ZRTI gehoord, voordat ze er haar bestralingen kreeg. “Maar ik werd er vanaf het eerste moment goed opgevangen en ik voelde me absoluut geen patiënt. Het is natuurlijk geen theevisite, maar iedereen was zo ontzettend aardig. Ik kreeg een uitgebreid intakegesprek, waarbij ze precies lieten zien wat er zou gaan gebeuren. Daarna werden de lijnen op mijn lichaam gezet – voor mijn gevoel kreeg ik een hele Mondriaan op mijn lijf. Vervolgens kreeg ik een speciale bril op en mocht ik gaan oefenen met mijn ademhaling. De behandelingen zelf zijn me meegevallen, het was totaal niet pijnlijk en binnen een kwartiertje was het steeds gebeurd.”

Zorgarrangement

Omdat de afstand naar Vlissingen voor Elly vrij ver was, mocht ze gebruikmaken van het zorgarrangement dat het ZRTI ter beschikking stelt aan patiënten die wat verder moeten reizen. “Samen met mijn man mocht ik een midweek verblijven in een appartement in Vlissingen, pal aan zee. Elke ochtend wandelde ik naar het ZRTI voor mijn behandeling en de rest van de tijd zaten we lekker op het balkon tot ‘s avonds laat te genieten van de prachtige luchten, zonsondergangen en de steeds veranderende zee. Boten en mensen kijken. Dat ons dat zomaar aangeboden werd, vond ik zó bijzonder. Wat ik ook prettig vond: tijdens mijn eerste bezoek aan ZRTI mocht ik een wollen omslagdoek uitzoeken, die ik om me heen kon slaan om naar de bestralingsruimte te lopen. Wat gek, dacht ik, want het was buiten zo’n 25 graden. Maar het bleek toch wel prettig. Dat soort kleine dingen zorgen ervoor dat je je bij het ZRTI een mens voelt en geen patiënt.”

Behandeling afgerond

De behandeling van Elly is nog niet afgerond. “Ik moet vijf jaar lang preventief antihormoonpillen slikken, voor het geval dat er nog ergens een celletje rondzwerft. Daar voelde ik veel verzet tegen en na overleg met de arts besloot ik het een paar weken te proberen. Na drie weken ben ik gestopt, vanwege maagpijn en andere klachten. Op 1 januari ben ik er toch weer mee begonnen. Ik ben aan de ene kant wel bang dat de ziekte terugkomt, dat zou ik vreselijk vinden. Ik had eigenlijk na de operatie al gehoopt dat het voorbij zou zijn. Dat dat niet het geval was en dat de kans bestaat dat het ook weer terugkomt, daar probeer ik maar niet teveel over na te denken. Alles nemen zoals het komt, dat is hoe ik in het leven sta.”